, [], Whether justice is the chief of the moral virtues?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch de lijdzaamheid hebbe [12]een volmaakt werk, opdat gij moogt [13]volmaakt zijn en [14]geheel oprecht, [15]in geen ding [16]gebrekkelijk. 12. Dat is, een oprecht, ongeveinsd en tot het einde toe durend werk; Matth.10:22. 13. Gelijk tevoren. Want dat de apostel dit niet verstaat van een gans volkomen volmaaktheid naar den eis der wet, blijkt hierna hfdst.3 vs.2. 14. Dat is, dat gij niet alleen lijdt om een goede zaak, 1 Petr.4:15,16; maar ook in uw ganse leven alle oprechtheid betoont, opdat een iegelijk daaruit mag zien dat gij ten onrechte lijdt. 15. Namelijk wat de christelijke roeping van ons eist. Of, in gene verzoeking; namelijk, hoe zwaar dezelve ook zou zijn. 16. Dat is, nalatende wat gij schuldig zijt en behoort te doen, als goede christenen.